Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

10 tips: communiceren met naasten aan het sterfbed

Een sterfbed kan heftig zijn voor naasten van de cliënt. Hoe begeleid je dit zo goed mogelijk als verzorgende? Verpleegkundig specialist palliatieve zorg Marja de Jong geeft tien communicatietips.
Foto: Robert Kneschke / stock.adobe.com
  1. Vergeet niet te vragen naar hoe het met de naasten gaat: ‘”Hoe gaat nu met jóu?” is een zin die zorgverleners kunnen vergeten te stellen aan naasten bij het sterfbed. Terwijl deze interesse enorm gewaardeerd wordt. Je kunt ook afspraken maken met cliënt en naasten over wat ze fijn vinden: willen ze dat je ongevraagd langskomt, of alleen als ze op de bel drukken? Vinden ze het fijn als je tussendoor koffie brengt, of willen ze dat zelf halen? Ken de wensen en behoeften, en blijf de kamer scannen: hoe is de sfeer in de ruimte, hoe zit familie erbij? Durf daar ook naar te vragen.’
  2. Geef informatie: ‘Voor jou is een cliënt die overlijdt waarschijnlijk niets nieuws. Maar voor een naaste is het soms de eerste keer, en een zeer ingrijpende ervaring. Ik kom wel eens familie tegen die pas op hun vijftigste voor het eerst een sterfbed van dichtbij meemaken. Ze kunnen bang en onzeker zijn. Het helpt dan als je hen zoveel mogelijk informatie geeft over wat ze kunnen verwachten van het sterfbed. Onderzoek altijd of familie inderdaad informatie wil horen. Als mensen zich zorgen maken of angstig zijn over dorst of benauwdheid kun je voorstellen daar wat over te vertellen. Bijvoorbeeld hoe het komt dat de ademhaling zwaar en soms reutelend wordt. Of dat het bij het stervensproces hoort dat iemand steeds minder vocht en voeding binnenkrijgt. Hierdoor kun je misverstanden uit de weg krijgen: iemand gaat niet overlijden door te weinig vocht maar heeft steeds minder behoefte aan vocht omdat hij gaat overlijden. Je kan ook de signalen van het naderend overlijden benoemen: huidskleur, ademhaling, versuft of in zichzelf gekeerd raken. Stem de informatie af op wens, begrip, taalniveau en vermijd te veel vakjargon. Dat kan misverstanden geven. Bespreek ook welke zorg je wel of juist niet gaat geven. Zo kan er besloten worden dat de cliënt niet meer regelmatig gedraaid wordt, omdat hij dit te oncomfortabel vindt.’ Check hier de kenmerken van een stervend lichaam >>
  3. Stel vragen, en maak de naasten ‘partner in zorg’: ‘Aan de ene kant neem je familie tijdens een sterfbed aan de hand, en leid je hen als professional door het proces heen. Aan de andere kant ben je ook méns, met empathie en oog voor de gedachten en gevoelens van familieleden. Je kunt iemand mededelen dat de cliënt bijvoorbeeld niet meer gewassen wordt. Maar je kunt ook vragen stellen: “Wat ziet u bij uw naaste als hij gewassen wordt?” het antwoord kan dan bijvoorbeeld zijn: “Ik zie dat zijn gezicht betrekt.” Dan vervolg je: “Wat zou dit betekenen, denkt u?” En zo kom je samen tot de conclusie dat het wassen op dit moment te pijnlijk is voor de cliënt, en dit beter achterwege kan blijven. Als je familie op deze manier partner in zorg maakt, is het voor hen makkelijker om vragen te stellen en aan te geven waar ze behoefte aan hebben. Een sterfproces dat voor familie zo fijn mogelijk verloopt, waarin ze zich gesteund en gehoord voelen, zal helpen bij de rouwarbeid die ze later moeten doen als de cliënt is overleden.’
  4. Zorg voor veiligheid en vertrouwen aan het sterfbed: ‘Zoals ik eerder zei kan familie onzeker en angstig zijn aan het sterfbed. Veiligheid bieden is hierbij belangrijk. Want als familie onrustig of gefrustreerd is, voelt de cliënt dit ook. Probeer er dus niet alleen voor de cliënt, maar ook voor de familie te zijn. Al is familie soms ‘lastig’, het blijft een familie die hun naaste gaat kwijtraken. Juist op die momenten kunnen emoties hoog oplopen en op een minder fijne manier geuit worden. Informatie bieden, regelmatig vragen hoe de familie erbij zit, checken of ze vragen hebben, het hoort allemaal bij de veiligheid die je hen probeert te bieden bij het sterfbed.’
  5. Schets de mogelijkheden: ‘Het is belangrijk om na te gaan waar mensen behoefte aan hebben. Maar soms kennen naasten de mogelijkheden niet, en is het belangrijk om deze te benoemen. Je kunt bijvoorbeeld uitleggen dat ze de favoriete muziek van de cliënt kunnen draaien, voordoen hoe ze een handmassage geven, of de mond van de cliënt bevochtigen. Misschien wil de partner van de cliënt graag bij hem in bed liggen? Kijk met creativiteit hoe je dit voor elkaar krijgt. Een gesprek met een geestelijk verzorger aanbieden kan ook heel steunend zijn voor naasten. Geestelijk verzorgenden zijn er namelijk niet alleen voor de cliënt, maar ook voor geliefden die worstelen met het afscheid of een luisterend oor nodig hebben. En hiervoor hoef je niet gelovig te zijn, de geestelijk verzorger is er voor iedereen.’ Ook in de thuiszorg kun je doorverwijzen naar een geestelijk verzorger >>
  6. Wees met volledige aandacht in de beperkte tijd die je hebt: ‘Een stervende cliënt is een teamtaak: spreek af wie contact onderhoudt en hoe deze collega in staat gesteld kan worden extra aandacht te geven aan deze cliënt en zijn familie. Aanwezigheid hoeft niet te lang te duren, maar zorg ervoor dat je even rustig staat of zit en niet gestoord wordt door een pieper.
    Als je verder moet met je dienst en het contact wilt afronden, kun je dit doen door een soort samenvatting te geven: “Voor zover we nu zien lijkt uw partner rustig, ligt goed, heeft geen last van benauwdheid, ik kom over een uurtje terug, laat het weten als er tussentijds iets verandert, dan bekijken we het opnieuw.”
  7. Voorkom uitspraken als ‘dit is niet goed’ of ‘oh jee’: ‘Het is belangrijk dat je niet openlijk het beleid dat is afgesproken in twijfel trekt. Is de morfine bijvoorbeeld opgehoogd en de cliënt extreem suf? Bespreek je gedachten hierover dan in het team, en doe geen verbaasde uitspraken over bij de naasten.’
  8. Benoem wat je ziet: Als naasten zich iets afvragen, bijvoorbeeld of de cliënt pijn heeft, kan het helpen om te benoemen wat je ziet. Bijvoorbeeld: “Ik zie dat er geen frons tussen de wenkbrauwen is. De handen liggen ontspannen. Er is een diepe ademhaling…” Daarmee leg je uit wat de signalen van ontspanning zijn.’
  9. Grijp in bij discussies aan het bed: ‘Bij een sterfbed kunnen de spanningen bij familieleden hoog oplopen. Er zijn bijvoorbeeld discussies. Ik denk dat verzorgenden zeker een taak hierin hebben, wanneer dit vaker gebeurt. Neem een van de naasten apart en benoem dat je ziet dat er veel pittige gesprekken gevoerd worden bij de cliënt. En dat dit een rustige sfeer belemmert. Heeft familie een aparte ruimte nodig om dingen te bespreken? Of misschien hebben zij behoefte aan gesprekken met een geestelijk verzorger?’
  10. Toon interesse in de rituelen: ‘Je mag als verzorgende nieuwsgierig zijn, op een goede manier. Als familie bijvoorbeeld bepaalde muziek meeneemt, of rituelen uitvoert bij de cliënt. Zo verzorgde ik ooit een moslim, en de familie speelde stukken uit de koran af. Verder heerste er een hele serene rust. Ik vroeg de dochter hiernaar. Zij legde uit dat ze geloofden dat er engelen in de kamer aanwezig waren die de cliënt naar de hemelpoort zouden brengen. En dat deze engelen niet gestoord mochten worden, vandaar de rust. Oprechte interesse tonen in rituelen maakt dat naasten zich gezien, gehoord en gekend voelen. Bovendien is het verrijkend voor jezelf, je verbreedt je eigen blik.’

Meer weten over palliatieve zorg, kom dan naar het Jaarcongres Palliatieve Zorg op 10 september >>

Neem nú een abonnement op TVV voor slechts € 5 per maand >>

Blijf op de hoogte van handige tips in de stervensfase met de gratis online nieuwsbrief van TVV voor verzorgenden >>