Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Zorgen voor verschillende culturen

Gerben Stolk
Bijna een kwart van de Nederlandse bevolking heeft een migratieachtergrond.1 Door rekening te houden met iemands cultuur, kun jij nóg betere zorg geven.
In Nederland wonen mensen van verschillende culturen. Dat vraagt iets van zorgverleners. Je kunt een cliënt pas optimaal van dienst zijn als je hem goed kent. Daarbij geldt dat ieders gedrag, gewoonten en voorkeuren deels worden bepaald door zijn cultuur. Daarom is het belangrijk dat je weet wat cultuursensitief zorgen is.
Het betekent dat je in staat bent culturele verschillen waar te nemen door een open houding en gedrag. Je bent je ervan bewust dat jouw waarden en normen niet voor iedereen gelden en je hebt daar geen oordeel over. Je begrijpt en waardeert het dat mensen in verschillende culturen leven en je laat dat zien in je houding. Cultuursensitief werken is essentieel. Júist in de zorg, omdat je daar elke dag weer te maken krijgt met individuele normen en waarden.2

Verschillende personen

Maar cultuursensitief zorgen alléén volstaat niet, nuanceren Jennifer van den Broeke en Roshnie Kolste. Het is onderdeel van een breder doel: persoonsgericht zorgen. Van den Broeke en Kolste zijn senior project- leider Ouderen & Gezondheid bij Pharos, het (landelijk) expertisecentrum gericht op het terugdringen van gezondheidsverschillen. Van den Broeke geeft een voorbeeld: ‘Je hebt twee cliënten die in de jaren zestig van Turkije naar Nederland zijn gekomen.
Het zijn twee verschillende personen, dus heb aandacht voor het persoonlijke. Misschien is de ene opgegroeid in een grote stad en de andere op het platteland. En misschien heeft de ene gestudeerd en is hij nauwelijks gelovig, terwijl de andere alleen de lagere school heeft gedaan en zeer religieus is. Je kunt dus niet zeggen: deze cliënt heeft een Turkse achtergrond dús hij wil vijf keer per dag bidden.’ Kolste: ‘Dé Turkse Nederlander bestaat niet.
‘Dé Turkse Nederlander of dé Molukse Nederlander bestaat niet’
Dé Marokkaanse of dé Molukse Nederlander evenmin. Er is dus ook geen gebruiksaanwijzing voor wat gebruikelijk is bij een cliënt met een bepaalde culturele achtergrond. Als verzorgende probeer je aansluiting te vinden bij je cliënt om vertrouwen te winnen. Dat doe je door zijn individuele gewoonten te leren kennen. En ja, die hangen vaak samen met iemands cultuur.’

Open, eerlijk, interesse

Hoe stel je je open voor ander culturen? Bij Pharos wordt de afkorting OEI gebruikt: wees open en eerlijk en heb interesse. Van den Broeke: ‘Dat helpt je bij het zoeken naar manieren om elkaar te vinden. Als iemand bijvoorbeeld jouw hand niet wil schudden, betekent het niet dat hij je niet wil groeten.

Vat het niet op als een afwijzing, er ligt een culturele gewoonte aan ten grondslag. Richt je op wat de cliënt en jij allebei willen: elkaar groeten. Jullie kunnen bijvoorbeeld knikken met het hoofd of de handen voor de borst houden.’

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41183-022-0744-1/MediaObjects/41183_2022_744_Fig1_HTML.jpg
Een andere afkorting is ANNA: altijd nagaan, nooit aannemen. Een praktijkvoorbeeld: je komt binnen bij een islamitische familie en ziet veel schoenen bij de deur staan. Kolste: ‘Dan hóeft het niet automatisch zo te zijn dat wordt verlangd dat je je schoenen uittrekt. Vaak wel, maar niet per se. Vráág aan de cliënt of mantelzorger of ze het op prijs stellen. Iedere cliënt is een andere persoon. Het belangrijkste is dat je respectvol naar iemands voorkeuren durft te vragen.’
‘Niet elke islamitische familie verlangt dat jij je schoenen uittrekt’
Het is zaak met jouw zorg zo goed mogelijk aan te sluiten bij de voorkeuren van de cliënt. Kolste: ‘Als bij een cliënt het hele huis vol zit met bezoekers, kun je geneigd zijn dit af te keuren, omdat je vindt dat de cliënt rust moet hebben. Natuurlijk, rust is veel waard, maar misschien vindt de cliënt het nóg meer waard familie om zich heen te hebben.’

Iedereen gelijkwaardig

Zorg voor Beter is het kennisplein voor verpleging, verzorging, zorg thuis en eerste lijn. Op de website van deze organisatie vind je vier stappen voor cultuursensitief zorgen.3 De eerste stap is bewustwording: ken jezelf. Wat zijn jouw waarden, normen en overtuigingen? En ook: welke (voor)oordelen heb jij? Pas als je weet wie je zelf bent, kun je de ander beter leren kennen en waarderen. Daarmee is stap twee genoemd: leer de ander kennen.
Wat zijn de overtuigingen en gevoelig- heden van jouw cliënt? Waarom reageert iemand zoals hij reageert? Culturele kennis doe je onder meer op door met de ander in gesprek te gaan. Bij stap drie draait het om gevoeligheid: verschil mag er zijn, want niet iedereen is gelijk, maar iedereen is wel gelijkwaardig. Cultuursensitief zorg verlenen kan alleen als je de ander als gelijkwaardige partner-in-zorg beschouwt. Echt partnerschap kenmerkt zich door vertrouwen, acceptatie en respect. De vierde stap is competentie. Je bent in staat iemand gepast en respectvol te bejegenen en behandelen.

Taal

Taal is belangrijk om de ander te begrijpen en daar vervolgens je zorg op af te stemmen. Wat doe je als de cliënt jouw taal niet of moeizaam spreekt? Je vindt tips in het werkboek Iedereen is anders, mooi toch van Sting (landelijke beroepsvereniging verzorging & zorgprojecten).4 Bijvoorbeeld: stel vast wat de eigen taal is van de cliënt, ga na wie de contactpersoon is van de familie en vraag familie te tolken. In sommige zorgorganisaties is geld beschikbaar om een tolk in te huren. Zelf kun je eraan denken korte zinnen te maken, beeldmateriaal te gebruiken en via vragen te controleren of de cliënt je heeft begrepen.
Er is méér dan het gesproken woord om elkaar te begrijpen en vertrouwen op te bouwen. Het werkboek vermeldt dat 65 procent van de communicatie bestaat uit lichaamstaal. Weet jij bijvoorbeeld hoe je je stem gebruikt? Hard, snel, zacht of langzaam? Hiermee kun je ook rekening houden bij bepaalde culturen. Zo wordt in België en Indonesië over het algemeen zachter gepraat dan in Nederland. Let eens op hoe jouw cliënt spreekt. En spreek daarna hetzelfde als de cliënt. Wat gebeurt er dan in jullie contact?
Weet je verder welke omgangsvormen een cliënt op prijs stelt? Mensen afkomstig uit Turkije, Marokko en Indonesië vinden bijvoorbeeld ‘nee’ zeggen onbeleefd. Daarmee breng je in hun ogen de ander in verlegenheid. Ze zullen vermijden ‘nee’ te zeggen en het draagt niet bij aan een goede relatie tussen cliënt en verzorgende als jij botweg ‘nee’ laat horen. Een hilarisch voorbeeld: alleen Nederlanders zwaaien met hun hand naast het oor als het eten lekker is. In veel andere culturen wordt dit als een vreemd gebaar gezien.

Dementie

Mensen met dementie verliezen hun taal en vermogen om te communiceren. Dan kan cultuursensitief zorgen extra van pas komen bij cliënten met een migratieachtergrond. Denk onder meer aan muziek, vloerkleed of een Turkse theepot. Mensen met dementie vallen terug in vroegere herinneringen.

Alleen de belevingswereld uit het land van herkomst blijft over; de Nederlandse ervaringen vallen weg. Erken die gevoelens en speel erop in. Maar ook hier geldt: muziek, vloerkleed en theepot zijn geen in beton gegoten regels. Streef per cliënt naar maatwerk. In geval van dementie zijn mantelzorgers vaak een waardevolle informatiebron, omdat de cliënt je niet meer kan vertellen over zijn achtergrond en gewoonten.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41183-022-0744-1/MediaObjects/41183_2022_744_Fig2_HTML.jpg
Nuttig is dan de Gesprekslijst Zorgen doe je samen.5 Pharos heeft die onder meer opgesteld voor verzorgenden die in gesprek willen gaan met mantelzorgers van (migranten)ouderen met dementie. Met de lijst kom je meer te weten over de cliënt, zodat je zorg meer persoonsgericht wordt. Je leert ook de mantelzorger kennen, wat jullie samenwerking verbetert. Via de lijst ga je onder meer in op de jeugd van de cliënt.
Dementie of niet, bij mensen met een migratieachtergrond is het van belang de mantelzorgers goed te leren kennen. Kolste: ‘Hoe werkt het precies in deze familie? Je kunt bijvoorbeeld vastlopen als je niet weet welke familielid bepaalt en beslist.
Dat is niet per se degene die de meeste mantelzorg geeft. Soms heb je ooms en tantes die meebeslissen vanuit het moederland. En er zijn verschillende generaties: oudere familieleden die zijn opgegroeid in hun geboorteland en jongere familieleden die andere opvattingen hebben ontwikkeld omdat ze zijn geboren en getogen in Nederland. Het kan best wat energie vergen om een familie te doorgronden, maar later heb je er baat bij.’
Wil je meer weten over cultuursensitieve zorg? Bezoek dan het Cultuursensitieve Zorg congres van 17 november 2023.

Noten

2 Kleurrijke zorgverleners. Kennisupdate februari 2020. Vilans.
3 Competenties cultuur-sensitief zorgen. Zorg voor Beter.
4 Iedereen is anders, mooi toch. Sting

5 Gesprekslijst Zorgen doe je samen. Pharos. Zie: pharos.nl. Op deze website vind je sowieso veel informatie over cultuursensitief werken en ouderen en gezondheid.

Foto’s: Arie Kievit

‘Bewoner zegt “ja”, maar mogelijk is het “nee”‘

Verdiep je in de geschiedenis van Indonesië en het voormalig Nederlands-Indië. Dat adviseert Babette Joseph, die al jarenlang werkt in de zorg bij Raffy | Lâle | De Leystroom in Breda en zelf van Indische komaf is. Zorglocatie Raffy is er voor Indische en Molukse ouderen.

‘Sommige bewoners hebben de Jappenkampen meegemaakt. Of ze hebben zich hun leven lang nergens thuis gevoeld. Het is belangrijk om te weten waardoor ze opeens heel verdrietig of boos kunnen zijn.’

Typerend voor een Molukker en Indo zijn kalmte en zeer beleefd gedrag, vertelt Babette: ‘Deze mensen zijn vaak heel streng opgevoed, met normen en waarden passend bij de cultuur. Ze vinden het belangrijk er netjes uit te zien. Als je wat extra aandacht aan het haar van een dame besteedt, is ze vaak gelukkig.’

Wees alert op non-verbale communicatie: ‘Door die extreme beleefdheid zeggen bewoners al gauw “ja” op alles, terwijl ze mogelijk “nee” willen zeggen. Laat dit checken door een verzorgende bij wie ze zich op hun gemak voelen of die de taal spreekt. Vaak is dit iemand van de eigen cultuur. Of vraag het na bij familie.’

‘Te veel oogcontact kan averechts werken’

Verzorgende ig Sanna Elkadiri werkt in verpleeghuis Het Wereldhuis in Boxtel. Op haar afdeling wonen onder anderen Turken, Marokkanen en Afghanen.

Ze attendeert nieuwe collega’s erop dat de islamitische bewoners het vaak onprettig vinden als je ze recht aankijkt wanneer ze tegen haar praten: ‘Anders toon je geen respect. Terwijl elkaar aankijken in de Nederlandse cultuur juist wél respectvol is. Maar te veel oogcontact kan bij een oudere moslim averechts werken.’

Verder eten mannen en vrouwen op haar afdeling gescheiden van elkaar: elke groep aan een eigen tafel. ‘Want de vrouwelijke pg-cliënten zien de mannen regelmatig aan voor vreemden, wat onrust veroorzaakt’, legt Sanna uit. ‘Hier houden we dus rekening mee bij de tafelschikking. Ander loop je het risico dat je cliënt niet goed eet of van tafel wegloopt.’

Pg-bewoners kunnen bang zijn voor de douchebeurt, omdat ze dit vroeger alleen op vrijdag deden, voor het vrijdaggebed: ‘Voor hun gevoel hebben ze geen tijd voor douchen, omdat ze in hun hoofd moeten gaan werken om voor het gezin te zorgen. Hierdoor reageren ze angstig.’ Verder waarschuwt Sanna nieuwe collega’s dat familie soms wat fel uit de hoek kan komen: ‘Veel Turken en Marokkanen zorgen zo lang mogelijk voor hun ouder, tot het écht niet meer gaat.

Toch hebben de kinderen vaak een schuldgevoel als ze hun ouder naar het verpleeghuis brengen. Ze kunnen dan een grote mond hebben tegenover ons, maar ze laten hiermee aan hun ouder zien: ik breng jou wel naar het verpleeghuis, maar ik zorg nog steeds voor je.’ Om familie gerust te stellen, besteden Sanna en haar collega’s hier extra aandacht aan: ‘We hebben elke maand een gesprek met familie en we zijn heel transparant. Dat wekt vertrouwen.’